Op grond van artikel 6:265, lid 1 BW kan de tegenpartij de ontbinding van de overeenkomst vorderen indien jij een van jouw verplichtingen niet nakomt. Toch staat de toepassing van deze bepaling soms ter discussie, althans wat de interpretatie ervan betreft. Dat bewijst ook onderstaande zaak. De essentie: let op met het aangaan van verbintenissen, zelfs bijkomstige, die je maar moeilijk kan nakomen. Vooral ruim geformuleerde verplichtingen zijn vaak problematisch.
De feiten samengevat
In strijd met de huurovereenkomst heeft een huurder gedurende acht maanden kosteloos de woonst in gebruik gegeven aan een ander gezin met een jong kind. Zonder die actie was het gezin immers dakloos geworden. Zelf bleef de huurder gedurende deze periode ook gewoon in de woning wonen. Dit was echter in strijd met de huurovereenkomst: de huurder had toestemming moeten vragen aan de verhuurster. De verhuurster vorderde volgens de ontbinding van de overeenkomst op grond van artikel 6:265, lid 1 BW. Volgens de huurder rechtvaardigt zijn tekortkoming zo’n verregaande ontbinding echter niet.
Ontbinding van de overeenkomst
Volgens artikel 6:265, lid 1 BW geeft “iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen” de andere partij het recht om de overeenkomst te ontbinden. Datzelfde artikel voegt er echter aan toe dat dit niet het geval is indien deze ontbinding, gelet op de geringe betekenis of de bijzondere aard, de gevolgen ervan niet zou rechtvaardigen.
Zo kan een overeenkomst bepalen dat een opdrachtnemer werken zou uitvoeren. Hierbij stelt men de voorwaarde dat de opdrachtnemer hiervoor een aansprakelijkheidsverzekering afsluit en daarvan het bewijs aanlevert. Indien blijkt dat de opdrachtnemer niet over zo’n verzekering beschikt en bovendien geen bewijs aanleverde, kan je de opdrachtnemer de toegang tot de bouwplaats weigeren en de overeenkomst ontbinden.
Interpretatie van artikel 6:265, lid 1 BW
Meester F.B. Bakels, die zelf ooit een proefschrift over de interpretatie van het artikel schreef en daar de leer-Bakels hanteerde, stelde in deze zaak twee prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.
Vooral de eerste prejudiciële vraag is hier interessant. In deze eerste vraag ging hij na of het artikel moet aanzien worden als een ‘hoofdregel met uitzondering’: iedere tekortkoming is voldoende om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden (hoofdregel), tenzij de uitzondering gerechtvaardigd is (uitzondering). Deze interpretatie wordt immers door de meerderheid van de rechtsleer toegepast.
Volgens de leer-Bakels moet het lid echter anders worden uitgelegd en moet er altijd een belangenafweging worden gemaakt: ontbinding kan enkel indien er geen minder verregaande middelen beter geschikt zijn. We noemen dit de leer van het redelijk alternatief.
Hoge Raad: toch hoofdregel met uitzondering, maar…
Bij prejudiciële beslissing van 28 september 2018 bevestigde de Hoge Raad de interpretatie conform de hoofdregel met uitzondering en volgde het de leer-Bakels niet. Enkel bij uitzondering kan men dus van de hoofdregel afwijken.
Bijzonder is vooral de nadruk die wordt gelegd op de zogenoemde “tekortkoming van voldoende gewicht”, waarbij de Hoge Raad benadrukt dat niet elke tekortkoming de ontbinding zal rechtvaardigen, gelet op de tenzij-formule. Concreet gesteld mogen ontbindingsvorderingen dus ook niet te lichtvaardig worden toegewezen. In de praktijk komt de Hoge Raad hiermee tegemoet aan meester F.B. Bakels.
Wat moet je onthouden?
In de praktijk moet de schuldeiser enkel bewijzen dat de tegenpartij is tekortgekomen aan zijn verplichtingen. De tegenpartij die de ontbinding hoopt te voorkomen, moet dan weer de omstandigheden bewijzen op basis waarvan de tenzij-bepaling kan worden ingeroepen. Toch benadrukte de Hoge Raad dat de toepassing van de tenzij-formule ook uit het betoog van de schuldeiser kan volgen.
Als schuldeiser is het belangrijk om te weten dat lang niet elke ontbindingsvordering zal worden toegewezen. Soms is het dan ook interessanter om minder verregaande middelen te hanteren. Preventief een boetebeding in de overeenkomst opnemen, kan bijvoorbeeld wonderen verrichten om een rechtsgang te voorkomen en de schade te beperken.
Als contractant staat daar dan weer tegenover dat de leer-Bakels of de leer van het redelijk alternatief, toch interessanter voor de partij die in gebreke blijft, hier door de Hoge Raad niet wordt aanvaard. Het is dan ook belangrijk om niet lichtzinnig om te springen met contractuele verbintenissen. Ga daarom nooit akkoord met contractuele beloftes die je maar moeilijk kan waarmaken en let op met breed omschreven verbintenissen die voor interpretatie vatbaar zijn.
Twijfel je over de geschiktheid van de overeenkomst? Laat het dan even nalezen door een van onze gespecialiseerde juristen of advocaten. Zo krijg je altijd kwaliteit en hoef je je niet druk te maken over ontbindingsvorderingen.
MKBrecht.nl Bedrijfsjuristen & Advocaten
Met onze brede expertise binnen onze praktijkgebieden bedienen we cliënten in uiteenlopende sectoren. Van MKB, beursgenoteerde bedrijven en internationale ondernemingen tot (semi-)overheden en non-profit. We bieden juridische adviezen op alle niveaus, van boardroom tot individuele medewerker. Kenmerkend voor onze dienstverlening zijn de hoge kwaliteit, betrouwbaarheid en verdieping in specialismen.
Op zoek naar:
Meer weten over onze dienstverlening? Bel 085 25000 44