Opletten met koninklijke predicaten in handelsnamen

Wat hebben Slagerij Michel Gleis in Aalten en Jacques Stinkens Orgelpijpenmakers B.V. in Zeist met elkaar gemeen? Zij mogen rechtmatig het predicaat van hofleverancier gebruiken. Dit is niet iedereen toegestaan en je kan zelfs verplicht worden om het uit je handelsnaam te schrappen. Het toont aan dat je goed moet nadenken over de handelsnaam van je onderneming.

Koninklijke predicaten worden niet zomaar toegekend

Het predicaat ‘koninklijk’ of ‘hofleverancier’ mag niet zomaar worden aangenomen. Het wordt door de koning toegekend aan ondernemingen die een vooraanstaande plaats innemen in hun regio en die gedurende 100 jaar of langer bestaan. Ook moeten de bestuurders van de onderneming van onbesproken gedrag zijn en dient de ontstaansgeschiedenis duidelijk te zijn. Het predicaat kan via een bijzondere aanvraagprocedure via de burgemeester worden aangevraagd. Het was koning Willem I die het predicaat in 1815 invoerde. Toen konden ook andere leden van het koninklijk huis predicaten toekennen. Er waren bijvoorbeeld ondernemingen die het wapenschild van Prins Bernhard voerden. Sinds 1987 zijn de regels gewijzigd en kan enkel de koning(in) het predicaat nog verlenen.

Het recht om het predicaat te gebruiken, wordt voor 25 jaar toegekend maar kan eventueel wel worden verlengd. Er zijn daarnaast nog heel wat andere bijzondere regels van toepassing. Zo zijn bijvoorbeeld financiële instellingen en opleidingsinstituten uitgesloten. Het is in elk geval belangrijk om te weten dat dit een gunst is en geen recht: zelfs als je aan alle voorwaarden voldoet, kan het gebeuren dat je aanvraag niet wordt ingewilligd. Laat het bovendien duidelijk zijn dat zo’n predicaat nog niet wil zeggen dat een bedrijf ook daadwerkelijk een leverancier is van het Koninklijk Huis of er op een of andere manier een relatie mee heeft.

Opletten met koninklijke benamingen in handelsnamen

Als bedrijven zichzelf zomaar ‘hofleverancier’ of ‘koninklijk’ noemen, zou dit de consument kunnen misleiden. Men zou kunnen denken dat het bedrijf deze zware en strenge aanvraagprocedure succesvol heeft doorlopen, terwijl dit niet het geval is. Daarom is dit niet toegestaan. Artikel 5b Handelsnaamwet geeft aan dat het verboden is om “een handelsnaam te voeren, welke een onjuiste indruk geeft van de onder die naam gedreven onderneming, voor zover dientengevolge misleiding van het publiek te duchten is.” Om deze en andere reden heeft de toenmalige Koningin Beatrix destijds de Stichting Sigillis Regiis Praesidio opgericht die toeziet op de bescherming van de intellectuele eigendomsrechten van ons Koninklijk Huis.

Zo kwam het bedrijf Royal Dutch Holding, een beleggingsmaatschappij die vooral investeert in oliestaten en in Noord-Afrika, in 2017 in het vizier van de stichting. Dit bedrijf had nooit de toestemming gekregen om het predicaat te gebruiken. Het bedrijf poogde zich nog te verweren door te stellen dat het de Engelstalige benaming hanteerde, maar volgens de rechter (ECLI:NL:RBDHA:2017:15299 ) is de Engelse taal in Nederland al zo sterk ingeburgerd dat er geen onderscheid bestaat tussen ‘Royal Dutch’ en ‘Koninklijke Nederlandse’. De kantonrechter beval het bedrijf om de naam zodanig te wijzigen dat de aanduiding ‘Royal’ kwam te vervallen. Het legde daarvoor een dwangsom op van 1.000 euro per dag.

Betaalbare juridische hulp voor startende ondernemers

Als starter moet je aan veel denken. Je moet bijvoorbeeld een vennootschapscontract opstellen, algemene voorwaarden maken en je website moet aan allerlei juridische eisen voldoen. En dan moet je ook nog eens een naam kiezen waarbij je de rechten van anderen niet schaadt en geen verwarring veroorzaakt. Knap lastig! Reken daarom op het advies van MKBrecht.nl en kies voor een van onze starterspakketten. Je kan er veel problemen mee voorkomen.