Ontslag door gedrag van partner kan, maar let goed op

Het is niet ongewoon dat partners, broers, zussen of kinderen zich enigszins bemoeien met de arbeidsverhouding tussen de werknemer en de werkgever. In enige mate is dit ook toegestaan. Zo mag een vrouw zich perfect door haar advocaat, man of zus laten bijstaan bij de loononderhandelingen. En ook de werkgever heeft het recht om zich door een derde te laten bijstaan. Als het echter gaat over de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, zijnde het daadwerkelijk verrichten van arbeid en het volgen van instructies, hoeft men geen bemoeienissen te dulden. Toch blijft het belangrijk om enige terughoudendheid aan de dag te leggen en niet meteen over te gaan tot een ontslag op staande voet.

Ontslag op staande voet na tirade door vriendin werknemer

Bovenstaande kwam aan bod in een zaak die recent door de Rechtbank Limburg (ECLI:NL:RBLIM:2021:1930) werd behandeld. Hierbij was een man sinds 2011 aan de slag als monteur. Dit verliep niet altijd even vlot en bij aangetekende brief van 14 oktober 2020 kreeg de man een laatste waarschuwing. Hierin werd onder meer de werkhouding gehekeld (voortdurend negatief en schelden), net zoals het vaak te laat komen, het vele ziekmelden, de slechte kwaliteit van het werk en het niet correct omgaan met werkkleding.

De vriendin van de monteur kwam de man bovendien regelmatig op het werk opzoeken. Ze bracht bijvoorbeeld broodjes op de werkplaats of kwam om geld of een pinpas vragen. Ook op dinsdag 27 oktober 2020 was dit het geval. Zij kreeg nadien te horen dat haar de toegang werd geweigerd. Het is de werkgever toegestaan om dit te doen. Op vrijdag 30 oktober verscheen ze echter opnieuw op het werk om, zoals gebruikelijk, een broodje aan haar vriend te bezorgen. Er werd haar de toegang via de voordeur ontzegd, waarna zij via een nooddeur alsnog de werkplaats heeft betreden.

Er ontstond toen een woordenwisseling waarbij ze de werkgever “kutwerkgever”, “klootzak”, “kleine vieze dikke vette kabouter”, “kleine zielige man” en “schweinehund” zou hebben genoemd. Later op de dag heeft ze een tijdlang al bumperklevend en claxonnerend achter de werkgever aangereden en daarbij haar middelvinger naar hem opgestoken. Nog diezelfde dag heeft de werkgever de werknemer op staande voet ontslagen.

Gedrag vriendin rechtvaardigt niet het ontslag op staande voet

De vraag die hier werd gesteld, is of de werknemer rechtsgeldig werd ontslagen door het gedrag van zijn vriendin. Daarbij werd onderzocht wat de rol van de werknemer in dit alles was. Zo was het niet duidelijk welke rol de werknemer speelde in de woordenwisseling. De werkgever bleef hier heel vaag over en de werknemer stelde zelf dat hij niet meer had gezegd dan “met die man valt niet te praten”. Verder bleek niet dat hij weet had van wat zijn vriendin na de woordenwisseling zou doen. De rechter vond het dan ook niet duidelijk of hem hierbij enig verwijt kon worden gemaakt. Uit videobeelden bleek eveneens dat hij haar nooit had geholpen om via de nooddeur het gebouw te betreden.

Uiteindelijk oordeelde de kantonrechter dat het gedrag van de vriendin onacceptabel was, maar dat dit niet voldoende was voor een ontslag op staande voet. Desondanks vindt de rechter dat de arbeidsverhouding dusdanig is verstoord dat het niet langer kan voortduren. De rechter heeft daarop de arbeidsovereenkomst per 1 april 2021 ontbonden, waarbij de werkgever het verschuldigde loon tot dan dient door te betalen en ook een transitievergoeding moet betalen. Een billijke vergoeding hoeft de werkgever niet te betalen omdat hij zelf niet ernstig verwijtbaar handelde, maar al met al kreeg hij wel een peperdure rekening voorgeschoteld.