In een eerdere blogpost hadden we het al over het feit dat de rechtspraak steeds vaker het concurrentiebeding naar de prullenmand verwijst. Het anti-ronselbeding bleek voorlopig wel stand te houden, maar dat was buiten de rechtbank Midden-Nederland gerekend. In strijd met grondrechten zoals het recht op vrijheid van verplaatsing, oordeelde men. Wat moet je weten en onthouden? Dat leggen wij van MKBrecht.nl graag even uit.
Het anti-ronselbeding
Het anti-ronselbeding heeft een compleet andere strekking dan het concurrentiebeding. Het verbiedt in eerste instantie niet dat je bij een concurrent aan de slag gaat, maar wel dat je bij de overstap ook tracht collega’s te benaderen om hen ook naar de uitgang te bewegen. In de praktijk wordt het vaak vastgekoppeld aan een zogenaamd boetebeding opdat het anti-ronselbeding eenvoudig afdwingbaar is.
Waarover gaat het?
Bij deze zaak zou er een vertrekkende medewerker getracht hebben om ook andere collega’s te overtuigen van job te wisselen. Of dat is toch wat de werkgever beweerde, die daarop actie ondernam. Hij stelde dat het anti-ronselbeding ook onder de werking van artikel 7:653 BW valt, dat eigenlijk geschreven werd om de geldigheid van het concurrentiebeding te regelen.
Niet voor niets wees de rechtbank de vordering van de werkgever af. Volgens de rechtbank is het niet het artikel 7:653 BW dat het anti-ronselbeding regelt, maar wel het goede werknemer- en werkgeverschap. Toch was dat niet waar de rechtbank over struikelde. Het beding ging immers sowieso al te ver…
Schending van verschillende grondrechten
Het anti-ronselbeding was zo geschreven dat het voor de medewerker praktisch onmogelijk werd om nog contacten te onderhouden met zijn vroegere collega’s. Tenzij hij de boetes voor lief nam. Een te strikte beperking van de bewegingsvrijheid, vond de rechter. En dus een disproportionele schending van de persoonlijke levenssfeer. Maar dat was niet alles: omdat medewerkers zich niet vrij konden uitlaten in de contacten met hun vroegere collega’s, was het beding volgens de rechter ook strijdig met de vrijheid van meningsuiting. De rechter kon niet anders dan het naar de prullenmand verwijzen.
Een te strikte formulering is ook niet goed
Het moet dé kunst zijn van juristen: clausules zo verwoorden dat ze duidelijk en zonder discussie zijn, maar toch voldoende ruimte bieden om ze in het eigen voordeel te interpreteren. Bovenstaand anti-ronselbeding toont voornamelijk aan dat een te strikte formulering geen goed idee is. De rechter had immers (nog) geen probleem met het inroepen van het anti-ronselbeding, maar wel met de formulering ervan. De werkgever had het beding ruimer moeten formuleren en moeten stellen dat het verboden is om oud-collega’s te benaderen met het doel om ze actief aan te zetten om hun werkgever te verlaten.
Kortom: een anti-ronselbeding is nog steeds geldig. Maar de rechter onderstreept duidelijk het belang van een correcte formulering ervan.
Laat arbeidsovereenkomsten steeds opstellen door een jurist
Dat mag inderdaad de belangrijkste conclusie heten. Indien clausules zoals anti-ronselbedingen en concurrentiebedingen naar de prullenmand worden verwezen, kan dat immers verregaande gevolgen hebben voor jouw onderneming. Juristen weten als geen ander hoe ze het maximale kunnen halen uit elk beding, zonder aan de geldigheid ervan te toornen. En enkel zo versterk je jouw contractuele positie. Bespreek nu een en ander met onze gespecialiseerde juristen en kies voor een arbeidscontract op maat.
MKBrecht.nl Bedrijfsjuristen & Advocaten
Met onze brede expertise binnen onze praktijkgebieden bedienen we cliënten in uiteenlopende sectoren. Van MKB, beursgenoteerde bedrijven en internationale ondernemingen tot (semi-)overheden en non-profit. We bieden juridische adviezen op alle niveaus, van boardroom tot individuele medewerker. Kenmerkend voor onze dienstverlening zijn de hoge kwaliteit, betrouwbaarheid en verdieping in specialismen.
Op zoek naar:
Meer weten over onze dienstverlening? Bel 085 25000 44