We schrijven 6 februari 2019. Het lijkt een normale dag te worden op de Rechtbank Midden-Nederland. Tot een opvallende trend zich blijkt te ontwikkelen. In drie verschillende zaken werd het concurrentiebeding naar de prullenmand verwezen. Het blijkt geen toeval te zijn. Rechters straffen het opnemen van een standaard concurrentiebeding steeds harder af. Ook wij wezen al veelvuldig op het feit dat een concurrentiebeding altijd maatwerk is en je het niet zomaar van het internet mag plukken.
Eerste zaak: Het concurrentiebeding moet voldoende gemotiveerd zijn
In een eerste zaak die dag was er een geschil tussen een relatief kleine onderneming, gespecialiseerd in het ontwikkelen van verpakkingsmateriaal op gebied van cosmetica, en een vroegere sales manager. Het ging om een contract van bepaalde tijd waarin een concurrentiebeding werd opgenomen. In zo’n contract van bepaalde tijd is een concurrentiebeding enkel toegelaten indien er voldoende zwaarwegende belangen aan de basis liggen. Bovendien moeten deze belangen schriftelijk worden gemotiveerd.
En dat is ook wat dit bedrijf deed. Het nam schriftelijk op dat de werknemer toegang heeft tot relaties, concurrentiegevoelige informatie en knowhow. Daarom concludeerde het dat, indien de werknemer nadien voor een concurrent aan de slag zou gaan, dit het bedrijf ernstige schade zou toebrengen. Op basis hiervan tracht de werkgever het concurrentiebeding van één jaar te verantwoorden.
De kantonrechter gaat echter niet akkoord met de motivering van het concurrentiebeding. De werkgever zou zich bij de motivering immers beperkt hebben tot algemeenheden die ook voor andere werkgevers en -nemers zouden gelden. Het risico is hier eerder regel dan uitzondering, terwijl dat omgekeerd moet zijn.
Volgens de kantonrechter heeft de motivering onvoldoende de bijzondere situatie toegelicht en zou het concurrentiebeding ook aan alle sales managers zijn opgelegd, waardoor het automatisch het bijzonder karakter verliest. Tot slot haalt de rechter ook aan dat het concurrentiebeding geen belangenafweging maakt omdat het eenzijdig werd opgelegd. Het concurrentiebeding werd dan ook naar de prullenbak verwezen.
Tweede zaak: Het moet ook écht gaan om concurrentie
In een tweede zaak ging het wel om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hier is een concurrentiebeding ook zonder motivering toegelaten. In deze zaak oordeelde de kantonrechter dat een ex-werkgever zich alleen op het concurrentiebeding kan beroepen indien er sprake is van een “gerechtvaardigde vrees voor concurrentie”.
Het loutere feit dat een ex-werknemer bij een concurrent in dienst treedt, is onvoldoende om het concurrentiebeding ingang te laten vinden. Er moet ook effectief sprake zijn van een gerechtvaardigde vrees voor concurrentie, bijvoorbeeld omdat de ex-werknemer kennis en relaties kan gebruiken en zo de vorige werkgever kan beconcurreren. In dit geval was er volgens de kantonrechter onvoldoende duidelijkheid hieromtrent. De vordering van de werkgever werd afgewezen.
Derde zaak: Het belang van de werkgever moet voldoende groot zijn
En ook in een derde zaak ging het om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Derde keer goede keer? Nou, nee. Het betrof een procedure in kort geding waarbij de rechter aldus diende na te gaan of de werkgever ook in een bodemprocedure in het gelijk zou worden gesteld. Hiervoor maakte de rechter een belangenafweging tussen enerzijds het belang van het bedrijf en anderzijds het belang van een vrije arbeidskeuze.
Vooral dat laatste bleek doorslaggevend te zijn. De werknemer was immers een schoolverlater die nog maar net zijn interne training had afgerond. Hij had weinig verdere kansen op de arbeidsmarkt. Daartegenover stond dan weer dat de werknemer praktisch geen bedrijfsgevoelige informatie kon hebben vergaard. Volgens de rechter zou het hier gaan om een onevenredige benadeling, waardoor de vordering van de werkgever werd afgewezen.
Wat moet je onthouden?
Driemaal is scheepsrecht. Of zo durft men al eens te beweren. Volgens sommigen zijn deze drie uitspraken een belangrijk signaal van de Rechtbank Midden-Nederland. Volgens anderen is het niets meer dan het resultaat van een tendens dat zich al jaren manifesteert.
Hoe dan ook blijken rechters steeds kritischer op te treden tegen de concurrentiebedingen die in bijna elke overeenkomst terug te vinden zijn. Vaak zijn zij immers ook nog eens in standaard bewoordingen geformuleerd, rechtstreeks uit het boekje geplukt en eenzijdig opgelegd. Dit terwijl een concurrentiebeding eigenlijk een zwaar instrument is en voldoende gerechtvaardigd dient te zijn. De rechtspraak straft het standaard opnemen van een concurrentiebeding dan ook ongemeen hard af.
Enerzijds is het belangrijk om te onthouden dat een concurrentiebeding maatwerk is. Zeker indien het wordt opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, laat je het maar beter over aan een jurist.
Anderzijds moet je weten dat de rechtspraak steeds kritischer wordt voor dergelijke concurrentiebedingen. Vooral indien ze in zowat elke overeenkomst terug te vinden zijn. Stel je daarom de vraag of je het beding wel moet opnemen en of, in het omgekeerde geval, het ook zonder juridische draagkracht niet het voordeel van de afschrikwekkende kracht heeft?
Het gaat om afwegingen die je maar beter niet zelf maakt. En in het andere geval laat je de arbeidsovereenkomst even nalezen door een jurist. MKBrecht.nl heeft een ruime expertise in de redactie van arbeidsovereenkomsten en hun courante en minder courante bepalingen. Tijdens een vrijblijvend adviesgesprek vertellen we jou er alles over. Tot snel?
MKBrecht.nl Bedrijfsjuristen & Advocaten
Met onze brede expertise binnen onze praktijkgebieden bedienen we cliënten in uiteenlopende sectoren. Van MKB, beursgenoteerde bedrijven en internationale ondernemingen tot (semi-)overheden en non-profit. We bieden juridische adviezen op alle niveaus, van boardroom tot individuele medewerker. Kenmerkend voor onze dienstverlening zijn de hoge kwaliteit, betrouwbaarheid en verdieping in specialismen.
Op zoek naar:
Meer weten over onze dienstverlening? Bel 085 25000 44