Personen en bedrijven kunnen zich op veel manieren uitdrukken. Dat kunnen ze doen door de mooiste tekeningen te maken, producten te ontwerpen, ons muzikaal te imponeren of leuke reclamevideo’s te maken. Maar dat kunnen ze ook doen met taal en woorden. Waar we het bij die eerste gevallen maar logisch vinden dat er zoiets als auteursrecht bestaat, ligt dat bij taal anders. We hebben het gevoel dat taal van iedereen is en dat een quote of een oneliner vrij te gebruiken is, tenzij er natuurlijk sprake is van een hoogstaand gedicht of een boek. Volgens die redenering kunnen grootheden als Barack Obama of Bob de Bouwer geen rechten doen gelden op uitspraken als “Yes we can!”. Maar is het wel zo eenvoudig?
Creativiteit als basisvereiste voor auteursrecht
Auteursrecht ontstaat van rechtswege of zonder dat je er iets voor hoeft te doen. Daarvoor hoef je dus niet aan te kloppen bij een duur patentenbureau. Echter, niet op elke tekening heb je zomaar auteursrecht, net zoals dat niet zomaar het geval is voor de woorden die je schrijft. Tot op een bepaald punt is taal inderdaad vrij om vervolgens over te gaan tot de beschermde wereld van creatieve werken zoals gedichten en boeken. Die grens heeft niks te maken met het aantal woorden dat je schrijft, maar wel met de creativiteit.
Grens tussen alledaags en creatief
Teneinde auteursrecht te laten ontstaan, moeten er creatieve keuzes zijn gemaakt. Wanneer een oneliner alledaags is en in de spreektaal wordt gebruikt, of als iedereen het had kunnen zeggen, kunnen we niet spreken van creativiteit. En dus ook niet van auteursrecht.
Om auteursrecht op een uitspraak te laten rusten, moet het uniek en speciaal zijn. Het heeft opnieuw niets met het aantal woorden te maken, maar wel is het zo dat hoe meer woorden de oneliner bevat hoe groter de kans is dat niemand de woorden eerder in de mond nam. Bovendien maak je dan meer creatieve keuzes, bijvoorbeeld over het gebruik van verkleinwoorden, de woordvolgorde et cetera. Als je bijvoorbeeld shakespeareaans uit de hoek komt en daarbovenop een aantal woorden verzint, is er al heel snel sprake van een creatief werk. Dat heb je met een eenvoudige “u kijkt zo lief” natuurlijk niet.
Over het algemeen is het dus wel zo dat er al snel veel woorden en meerdere zinnen aan te pas moeten komen vooraleer er echt sprake is van auteursrecht. Het maakt daarbij niets uit of John F. Kennedy of Chewbacca de legendarische uitspraak deed. Daarom mag je ook gewoon de woorden “Ich bin ein Berliner” in de mond nemen en er vervolgens nog een “gaat u maar rustig slapen” tegenaan gooien.
Welkom in de wereld van het merkenrecht
Het verhaal is echter nog niet helemaal klaar. Het is niet omdat een quote of een oneliner geen auteursrechtelijke bescherming geniet, dat je het zomaar mag gebruiken. Er bestaat ook nog zoiets als het merkenrecht, met in het bijzonder woordmerken. In dat geval gaat het om korte uitspraken, slogans of zinnen die werden gedeponeerd. Woordmerken ontstaan niet automatisch.
Hier geldt helemaal geen creativiteitseis en toch kan de merkenhouder je verbieden om bepaalde zaken met die woorden te doen. Een voorbeeld daarvan is de slogan “Have it your way” van Burger King. Ik mag die slogan hier neerpennen, ik mag het zelfs onder mijn Facebookfoto zetten terwijl ik een hamburger van 800 kcal naar binnen werk, maar ik mag het niet zomaar als slogan gebruiken wanneer ik een eigen hamburgertent begin. En dat is iets waar ik goed over moet nadenken als ik een eigen zaak begin, een slogan bedenk of een bedrijfsnaam verzin.
MKBrecht.nl Bedrijfsjuristen & Advocaten
Met onze brede expertise binnen onze praktijkgebieden bedienen we cliënten in uiteenlopende sectoren. Van MKB, beursgenoteerde bedrijven en internationale ondernemingen tot (semi-)overheden en non-profit. We bieden juridische adviezen op alle niveaus, van boardroom tot individuele medewerker. Kenmerkend voor onze dienstverlening zijn de hoge kwaliteit, betrouwbaarheid en verdieping in specialismen.
Op zoek naar:
Meer weten over onze dienstverlening? Bel 085 25000 44