Een huurovereenkomst bedrijfsruimte, waaronder ook de winkelruimte en de middenstandsruimte, is een overeenkomst waarin afspraken worden vastgelegd in een huurovereenkomst bedrijfsruimte.

Er worden twee soorten bedrijfsruimten die we onderscheiden in het huurrecht in Nederland: bedrijfsruimte of winkelruimte of middenstandsbedrijfsruimte en de andere soort wordt overige bedrijfsruimte genoemd. Voorbeelden van een overige bedrijfsruimte zijn een school, een fabriekshal of een kantoorpand (of kantoorruimte) bedoeld.

De bedrijfsruimte is bijvoorbeeld een banketbakkerswinkel, een viswinkel, een bistro of een café. Er zijn belangrijke juridische verschillen hoe het huurrecht wordt behandeld bij winkelruimte en overige bedrijfsruimte.

Wat belangrijk is om te weten is dat niet bepalend is of er in een huurovereenkomst wordt gesproken van bedrijfsruimte of overige bedrijfsruimte, maar wat huurder en verhuurder bij het aangaan van de huurovereenkomst hebben bepaald waarvoor de ruimte zou worden gebruikt.

Die bestemming is bepalend of de huur valt onder de regelgeving van bedrijfsruimte of overige bedrijfsruimte. Ondanks dat er in de praktijk wel grensgevallen bekend zijn, mag het onderscheid tussen bedrijfsruimte (winkelruimte of middenstandsruimte) en overige bedrijfsruimte (kantoorruimte) wel duidelijk zijn.

De bescherming van de huurder is bij de bedrijfsruimte (verder: winkelruimte) beter dan bij overige bedrijfsruimte. Dit komt omdat de huurder sterk afhankelijk is van de locatie van de winkelruimte en hier best goed in geïnvesteerd kan hebben. Het is logisch dat een bakkerij op een locatie zit die veel belangrijker is voor de bakkerij dan een administratiekantoor dat op een industrieterrein zit.

De bakkerij zal een klantenkring hebben opgebouwd van mensen uit de directe omgeving terwijl dat voor een administratiekantoor minder van belang is. De bescherming voor de huurder is redelijk groot: de verhuurder zal tussentijds alleen kunnen opzeggen op het moment dat de huurder zich contractueel slecht gedraagt of dat de verhuurder hoogdringende redenen kan aandragen.

Een huurcontract bij winkelruimte wordt in de regel aangegaan voor een periode van twee keer vijf jaren. De huurder kan dan wel na vijf jaar de huur opzeggen, maar dan moet de opzegging één jaar voordat de huurperiode afloopt gedaan worden. Bij overige bedrijfsruimte is de opzegtermijn meestal gelijk aan de periode waarover huur wordt betaald (bijvoorbeeld één maand).

Contractueel kan overigens een langere periode worden overeengekomen tussen partijen.

Je gaat een overeenkomst aan voor langere tijd en de bedrijfsruimte die je gaat huren, is voor jou als middenstander ontzettend waardevol. Een goede locatie zorgt voor een natuurlijke stroom mensen langs je winkel of bedrijf maar zorgt er ook voor dat je door de jaren heen veel terugkerende klanten gaat krijgen.

In de praktijk wordt een huurovereenkomst voor dit type bedrijfsruimte voor een periode van twee keer vijf jaren aangegaan. Huurder en verhuurder hebben na 5 jaar de mogelijkheid om op te zeggen en anders loopt de overeenkomst nog eens 5 jaar door.

Gezien het belang van de locatie van je winkelruimte en de looptijd van de overeenkomst, is het uitermate belangrijk dit schriftelijk vast te leggen en dit juridisch goed te laten opstellen of controleren.

Let er goed op dat de ruimte die je gaat huren, ook inderdaad onder de wettelijke beschrijving van de bedrijfsruimte (winkelruimte) valt. Dit zorgt ervoor dat je beter beschermd bent tegen de wil van de verhuurder om je uit de winkelruimte te krijgen.

Dit kan hij alleen doen op het moment dat hij een jaar voor afloop van de huurperiode (van vijf jaren) opzegt of als er hoogdringende redenen zijn. In de huurovereenkomst bedrijfsruimte neem je natuurlijk duidelijk op om welke bedrijfsruimte het gaat en hoe lang deze gehuurd zal worden.

Die bedrijfsruimte (winkelruimte) kan worden beschreven maar denk er ook aan dat er wellicht een deel van de inventaris mee gehuurd gaat worden. Naast de beschrijving van de winkelruimte zorg je er dus ook voor dat het deel van de inventaris goed beschreven is.

In de praktijk zien we vaak een huurperiode voor winkelruimte van twee keer vijf jaren. Voorts worden er uiteraard afspraken gemaakt over gas, water en elektriciteit (is de huurprijs inclusief of exclusief deze zaken) en de huurprijs. Vaak wordt er ook een waarborgsom of een bankgarantie opgenomen.

De verhuurder zal verlangen dat de huurder zich gedraagt zoals van een goede huurder verwacht mag worden. De verhuurder kan verlangen dat de huurder de winkelruimte gebruikt waarvoor het contractueel voor is bedoeld en dat na afloop van de huurovereenkomst het gehuurde weer terug wordt gebracht in de oorspronkelijke staat.

Vaak wordt er ook bepaald dat als een huurder veranderingen aan de ruimte wilt aanbrengen, dat hij hiervoor toestemming moet vragen aan de verhuurder.

Het is logisch dat je bedrijfsruimte voor langere tijd aangaat. Een periode van 5 jaar is een flinke periode waarvoor je je gaat vastleggen. Daarom is het slim om de huurovereenkomst bedrijfsruimte te laten opmaken of controleren door juristen.

Wanner je geen schriftelijke huurovereenkomst bedrijfsruimte hebt,  zijn de afspraken niet duidelijk en heb je niks om op terug te vallen. Het huurrecht biedt beschermende maatregelen. Wanneer jij geen schriftelijke huurovereenkomst hebt, kan je niet bewijzen wat jouw rechten zijn.

Omdat de bedrijfsruimte of winkelruimte zo belangrijk is voor de ondernemer, heeft het huurrecht beschermende maatregelen genomen tegen het opzeggen van de huur door de verhuurder.

Voorkom overbodige risico’s en leg de afspraken vast in een huurovereenkomst bedrijfsruimte zodat je juridisch sterk staat. Raadpleeg een deskundig jurist voor het controleren of opstellen van je huurovereenkomst bedrijfsruimte!